17.10.2024
17.10.2024
kunstklas
Wekelijks geeft Art-S-Cool kunstlessen op verschillende scholen in Den Haag, zoals basisschool Jan van Nassau. Deze school werkt met het International Primary Curriculum, een methode waarbij verschillende vakken samen komen om zo kinderen optimaal in de stof te laten duiken. Onder leiding van kunstenaar Gwenda Jakobs onderzoeken de leerlingen het thema "Nederland Waterland" onderzoeken. Ze gebruiken reliëf om de rol van water in het Nederlandse landschap in hun kunstwerken weer te geven. De leerlingen genoten zichtbaar van het creatieve proces en vonden de nieuwe technieken erg interessant. Een leerling uit groep 8 zei zelfs: “Eigenlijk ben ik vandaag ziek en wilde ik thuisblijven, maar omdat we vandaag kunstles hebben, ben ik toch naar school gegaan.”
International Primary Curriculum
Jan van Nassau is kortgeleden overgestapt op het International Primary Curriculum (IPC). Dit is een onderwijsprogramma voor zowel de zaakvakken (zoals geschiedenis, aardrijkskunde en levensbeschouwing) als de creatieve vakken op de basisschool. Het doel van IPC is om kinderen actief en betekenisvol te laten leren. Hierbij worden verschillende vakken met elkaar verbonden, met als doel om een samenhangende leerervaring te creëren.
In het IPC ligt de nadruk op ontdekkend en onderzoekend leren, waarbij de leerkracht een coachende rol aanneemt in plaats van alleen informatie over te dragen. De lessenserie 'Nederland Waterland' is een mooi voorbeeld van deze leerlijn. Kunstenaar Gwenda Jacobs combineert zowel kunst, aardrijkskunde als geschiedenis en creëert samen met de leerlingen het Nederlandse landschap in reliëf.
Nederland Waterland
Gwenda vertelt: ‘We beginnen de les met beelden van het Nederlandse landschap. Te zien is hoe dijken en polders het land beïnvloeden. Dit geeft de leerlingen inzicht in de relatie tussen land en water. Daarna maken ze hun eigen reliëfkunstwerk, met focus op contrasten, hoogteverschillen en schaduwen. Vervolgens maken ze een plattegrond van hun werk, die als werktekening dient voor de laatste stap: het toevoegen van kleur met verf.’
De inspiratie voor deze les komt vanuit verschillende bronnen, waaronder de Zandmotor, luchtfoto's van het Nederlandse landschap en het gebruik van reliëf en ruimtewerking in diverse kunstwerken.
Techniek
Tijdens de les komen verschillende technieken aan bod. De leerlingen maken een reliëf met materialen zoals karton, lijm, tape en touw om diepte in hun kunstwerk te creëren. Vervolgens brengen ze een laag gesso (deze verfsoort wordt gebruikt om een onderlaag op bijvoorbeeld een canvas aan te brengen, red.) aan om het oppervlak te egaliseren. Ook leren ze een werktekening te maken als basis voor hun kleurontwerp. Als laatste maken ze gebruik van verf om kleur aan te brengen.
Voor elke stap in het proces wordt ruim de tijd genomen, waardoor de leerlingen goed meekomen. Zo kunnen ze zich volledig richten op elke fase van het project. Uiteindelijke worden alle kunstwerken aan de muur opgehangen. Zo wordt het geheel - hun eigen Nederland Waterland - goed zichtbaar.
Uitdagingen
Sommige leerlingen vonden het lastig om het perspectief te begrijpen, omdat ze aan tafel werkten terwijl het eindresultaat aan de muur zou komen te hangen. Dit werd opgelost door de werken regelmatig aan de muur te hangen en te bespreken. Op die manier werd zichtbaar wat wel of niet werkte, en konden de leerlingen hun perspectief verbeteren. Het harde werk loonde zich: uiteindelijk hing er een heel landschap aan de muur en kregen de leerlingen pas echt inzicht in de diversiteit van het Nederlandse landschap.
kunstklas
Wekelijks geeft Art-S-Cool kunstlessen op verschillende scholen in Den Haag, zoals basisschool Jan van Nassau. Deze school werkt met het International Primary Curriculum, een methode waarbij verschillende vakken samen komen om zo kinderen optimaal in de stof te laten duiken. Onder leiding van kunstenaar Gwenda Jakobs onderzoeken de leerlingen het thema "Nederland Waterland" onderzoeken. Ze gebruiken reliëf om de rol van water in het Nederlandse landschap in hun kunstwerken weer te geven. De leerlingen genoten zichtbaar van het creatieve proces en vonden de nieuwe technieken erg interessant. Een leerling uit groep 8 zei zelfs: “Eigenlijk ben ik vandaag ziek en wilde ik thuisblijven, maar omdat we vandaag kunstles hebben, ben ik toch naar school gegaan.”
International Primary Curriculum
Jan van Nassau is kortgeleden overgestapt op het International Primary Curriculum (IPC). Dit is een onderwijsprogramma voor zowel de zaakvakken (zoals geschiedenis, aardrijkskunde en levensbeschouwing) als de creatieve vakken op de basisschool. Het doel van IPC is om kinderen actief en betekenisvol te laten leren. Hierbij worden verschillende vakken met elkaar verbonden, met als doel om een samenhangende leerervaring te creëren.
In het IPC ligt de nadruk op ontdekkend en onderzoekend leren, waarbij de leerkracht een coachende rol aanneemt in plaats van alleen informatie over te dragen. De lessenserie 'Nederland Waterland' is een mooi voorbeeld van deze leerlijn. Kunstenaar Gwenda Jacobs combineert zowel kunst, aardrijkskunde als geschiedenis en creëert samen met de leerlingen het Nederlandse landschap in reliëf.
Nederland Waterland
Gwenda vertelt: ‘We beginnen de les met beelden van het Nederlandse landschap. Te zien is hoe dijken en polders het land beïnvloeden. Dit geeft de leerlingen inzicht in de relatie tussen land en water. Daarna maken ze hun eigen reliëfkunstwerk, met focus op contrasten, hoogteverschillen en schaduwen. Vervolgens maken ze een plattegrond van hun werk, die als werktekening dient voor de laatste stap: het toevoegen van kleur met verf.’
De inspiratie voor deze les komt vanuit verschillende bronnen, waaronder de Zandmotor, luchtfoto's van het Nederlandse landschap en het gebruik van reliëf en ruimtewerking in diverse kunstwerken.
Techniek
Tijdens de les komen verschillende technieken aan bod. De leerlingen maken een reliëf met materialen zoals karton, lijm, tape en touw om diepte in hun kunstwerk te creëren. Vervolgens brengen ze een laag gesso (deze verfsoort wordt gebruikt om een onderlaag op bijvoorbeeld een canvas aan te brengen, red.) aan om het oppervlak te egaliseren. Ook leren ze een werktekening te maken als basis voor hun kleurontwerp. Als laatste maken ze gebruik van verf om kleur aan te brengen.
Voor elke stap in het proces wordt ruim de tijd genomen, waardoor de leerlingen goed meekomen. Zo kunnen ze zich volledig richten op elke fase van het project. Uiteindelijke worden alle kunstwerken aan de muur opgehangen. Zo wordt het geheel - hun eigen Nederland Waterland - goed zichtbaar.
Uitdagingen
Sommige leerlingen vonden het lastig om het perspectief te begrijpen, omdat ze aan tafel werkten terwijl het eindresultaat aan de muur zou komen te hangen. Dit werd opgelost door de werken regelmatig aan de muur te hangen en te bespreken. Op die manier werd zichtbaar wat wel of niet werkte, en konden de leerlingen hun perspectief verbeteren. Het harde werk loonde zich: uiteindelijk hing er een heel landschap aan de muur en kregen de leerlingen pas echt inzicht in de diversiteit van het Nederlandse landschap.